Maak jij deze non-verbale fouten ook?

Een klein gebaar, een heel negatief effect. Heel positief bedoeld, die duim richting het publiek, maar er zijn landen waar dit juist ‘rot op’ betekent. Het publiek is geïrriteerd en de presentatie komt niet meer aan. Helaas zie ik nog dagelijks mensen non-verbale fouten maken, met soms grote effecten. Maak jij ze ook? In dit artikel deel ik tips hoe je ze kunt voorkomen.

Een van de meest geciteerde wetenschappelijke artikelen rondom communicatie, is dat van professor Albert Mehrabian over non-verbale communicatie. Mehrabian’s uitgebreide onderzoek naar non-verbale communicatie resulteerde in de 7-38-55-regel. De 7-38-55-regel geeft aan dat slechts 7% van alle communicatie plaatsvindt via verbale communicatie, terwijl de non-verbale component van onze dagelijkse communicatie, zoals de intonatie van onze stem en lichaamstaal, respectievelijk 38% en 55% uitmaakt.

Een ander prachtig onderzoek uit de jaren ‘70, staat beschreven in ‘The Definitive Book of Body Language’, waar Allan en Barbara Pease duizenden salesbewegingen analyseerden en ontdekten dat lichaamstaal het grootste deel van de impact van onderhandelen voor zijn rekening nam.

Ondergeschoven kindje

Beide onderzoeken zijn in mijn optiek vandaag de dag nog steeds hartstikke relevant.

Ik geloof er ook echt in dat non-verbale vaardigheden anno 2024 nóg belangrijker zijn geworden dan vóór corona. Een mooi onderzoek van Nature laat dat ook zien. Tijdens elke training die ik rondom presenteren geef, stel ik de deelnemers altijd de standaardvraag: “Hoeveel procent denk je dat het verhaal van de presentatie zelf bijdraagt aan de impact op het publiek (naast lichaamstaal en intonatie)?” Ik blijf het altijd heel bijzonder vinden dat de meeste mensen denken dat het gesproken woord zelf de grootste impact heeft.

Veel mensen onderschatten echt de kracht van de non-verbale communicatie in het overbrengen van de boodschap. Mensen oefenen dit niet en gaan dan als een robot op het podium een tekst voorlezen. Soms ook nog achter een katheder, waardoor het gebruik van non-verbale signalen vaak helemaal onmogelijk wordt. Het is wat dat betreft echt een ondergeschoven kindje in de voorbereiding van velen.

Maak contact met je ogen

Slecht oogcontact is in mijn optiek echt een doodsteek voor sprekers. Als je geen oogcontact maakt, kom je ongeïnteresseerd, onoprecht of onbetrouwbaar over. Je ziet mensen vaak alle kanten op kijken; naar het plafond, de slides, de muren van de zaal… maar niet naar het publiek.

Doe doorlopend een bewuste poging om tijdens je presentatie oogcontact te maken. Steeds op dezelfde persoon richten is een beetje awkward, dus varieer je blik door met verschillende mensen in het publiek contact te maken.

Schiet in de power pose

Doordat ik gemiddeld 1 tot 2 keer per dag sport en geen alcohol drink, heb ik altijd wel een actieve houding als ik zelf mag presenteren. Helaas zie ik te vaak mensen in elkaar gezakt op het podium staan, alsof ze brak en moe zijn en totaal geen zin hebben in het geven van de presentatie. Een van mijn favoriete TED talks rondom presenteren is die van Amy Cuddy over de power pose. Een power pose toepassen tijdens een presentatie kan helpen om je zelfvertrouwen te versterken en je publiek te beïnvloeden.

Volgens Amy kunnen houdingen die ruimte innemen en een hoge mate van zelfverzekerdheid uitstralen (zoals de ‘Wonder Woman’-pose, waarbij je handen op je heupen staan en je borst naar voren komt) het gevoel van kracht in jezelf verhogen. Neem, voordat jouw volgende presentatie begint, een paar minuten de tijd om zo’n power pose aan te nemen. Dit helpt om je stressniveau te verlagen en je testosteronniveau te verhogen, waardoor je zelfverzekerder en krachtiger op het podium voelt.

Tijdens jouw presentatie kan je deze poses subtiel gebruiken, zoals rechtop staan met je schouders naar achteren en je voeten stevig op de grond. Dit straalt niet alleen autoriteit en zelfvertrouwen uit naar je publiek, maar helpt je ook om psychologisch in een staat van zelfverzekerdheid te blijven.

Ga bij dat katheder vandaan

Ik begrijp echt dat een katheder fijn en handig is als je een presentatie niet hebt voorbereid en je de tekst letterlijk wil voorlezen. Maar toch, ga er niet achter staan. Het komt in mijn optiek echt over op het publiek van “Ik wil hier niet zijn, ik ben verlegen, ik verstop me liever”. Het stimuleert ook vaak mensen om er maar lekker tegenaan te leunen, wat ook heel nonchalant (en daarmee negatief) overkomt. Sta in het midden op het podium en betrek het publiek in jouw verhaal, door met hen te communiceren.

Praat je met de slides of het publiek?

Hoe zou je het vinden, als ik met jou in de kroeg een 0.0% zat te drinken en ik draai mijn rug naar je toe terwijl we praten? Inderdaad. Hetzelfde zie ik onwijs vaak gebeuren bij mensen die presenteren. Mensen praten richting het scherm waar de slides opkomen en niet richting het publiek. Naar mijn mening is dit onbeleefd en geeft alleen maar een signaal af dat je weinig om jouw publiek geeft.

Jouw publiek wil je gezicht, je ogen en je mond kunnen zien om met je in contact te komen. Vooral als je een presentatie geeft met veel emotie, moeilijke woorden of in een niet-native taal (dus bijvoorbeeld Engels in Nederland). Draai je om en kijk naar het publiek. Als je de aandacht op het scherm wil vestigen, draai je zijwaarts en wijs je.

Laat je handen helpen

Onvoorbereid, ongeïnteresseerd. Het is zo lekker comfortabel, die handen in de zakken, maar het doet tijdens het presenteren jouw non-verbale boodschap weinig goeds. Houd de handen zichtbaar en gebruik ze strategisch. Maar ga niet zomaar wat zwaaien. Gebaren met open handen geven een uitnodigende en oprechte indruk.

Wees voorzichtig met gebaren met gesloten handpalmen, zoals een vuist of het wijzen met een vinger naar uw publiek. Dat soort gebaren kunnen een neerbuigende, agressieve of beschuldigende indruk achterlaten. Vooral dat wijzende vingertje begint een publiek al snel te irriteren.

Je handgebaren moeten echt je woorden en emoties ondersteunen. Ga dit oefenen, maar niet instuderen. Dat laatste zorgt alleen maar voor meer stress en een niet authentieke uitstraling op het podium.

Denk aan andere culturen

In de inleiding van dit artikel gaf ik al een voorbeeld van hoe een handgebaar volledig verkeerd kan aankomen op een publiek. Nederland is een prachtige ‘melting pot’ met ongekend veel nationaliteiten en culturen. Als ik met klanten werk aan de voorbereiding van een presentatie en daarvoor het publiek van tevoren in kaart breng, dan zitten daar veelal meerdere culturen bij. Het merendeel kan al snel vijf cultuurverschillen identificeren, die anders zijn dan onze Nederlandse. Dit wordt vaak vergeten, met alle gevolgen van dien. Want bepaalde gebaren hebben in andere culturen nu eenmaal een verschillende betekenis.

Je publiek een duim omhoog geven is in veel Engelssprekende landen een positief teken. Maar het kan als beledigend worden beschouwd in Thailand, Iran en Afghanistan. Ook is het in Noord-Amerika acceptabel om met je duim en wijsvinger een ‘OK’-teken te maken. Maar het wordt in landen als Brazilië, Duitsland en Turkije als een onbeleefd gebaar beschouwd.

Je kan ook te ver gaan

“Suit the action to the word, the word to the action”, zei Hamlet zo mooi. Er zit een ‘fine line’ tussen enthousiast en overkill. Gebruik non-verbale signalen die passen bij jouw verhaal en die het versterken, en niet afleiden. Soms zie ik mensen zo heftig hun wenkbrauwen fronsen en zwaaien met de armen, dat ik meer bezig ben met de gedachte ‘heeft hij iets gebruikt ofzo?’, dan te luisteren naar het verhaal. Bewegingen moeten natuurlijk gaan en een doel hebben. Je hoeft niet constant in beweging te zijn.

Het is geen marathon

Er zijn zowel voor het stilstaan als voor het lopen op het podium positieve redenen te verzinnen. Zelf loop ik graag, maar let ik altijd wel op mijn tempo. Toen ik de TED events organiseerde, heb ik twee keer een spreker tijdens zijn talk moeten stoppen, omdat deze alle hoeken van het podium afstruinde en niet het verhaal vertelde vanaf de rode stip, waarop alle camera’s ingesteld staan.

Sommige sprekers lijken wat dat betreft net een tijger in een kooi, die constant heen en weer aan het ijsberen is. Hoewel lopen je heel goed kan helpen om bijvoorbeeld jouw boodschap te benadrukken, kan het er ook voor zorgen dat je publiek zich ongemakkelijk voelt, vooral als je constant doet. Soms moet je gewoon stilstaan en het publiek goed in de ogen kijken, om de boodschap perfect over te brengen.

Presenteren met impact

Het presenteren van een verhaal met impact gaat heel veel verder dan alleen het samenstellen van een goede tekst. Jouw non-verbale communicatie is daarin een stille, maar ongekend krachtige en belangrijke factor in het ook echt overbrengen van jouw verhaal. Focus bij jouw volgende presentatie hier goed op, om ervoor te zorgen dat jouw verhaal nóg beter overkomt en dat het ook weer geen afbreuk doet aan het geheel. Wees je bewust van wat je vertelt en zie elke presentatie als een vorm van een conversatie.